Beleidsplan
INLEIDING
Het is goed eens in de zoveel jaar te evalueren en zaken onder de loep te nemen. Dit ook tegen de achtergrond van een veranderende maatschappij, de plaats van de kerk in het algemeen en onze gemeente in het bijzonder daarin, en het feit dat het voor predikanten en kerkenraad het plezierig is de zaken eens op een rij te zetten zodat constructief gezamenlijk geopereerd kan worden. De vragen betreffen: gemeente en predikant, pastoraat, kerkdiensten, taak in de wereld/diakonie, kinder- en jeugdwerk, het jaarprogramma, kringen en sociale activiteiten, meditatie, stilte en bezinning, aanwas, beleid en identiteit/beleid en belijden.
Beleidsdoelen
Onze boodschap laten klinken in de wereld en aan onze leden een omgeving bieden, waar ze met hun geloofsvragen terecht kunnen.
Uitgangspunten beleid
• het beleid is gebaseerd op de wortels van beide broederschappen
• de identiteit duidelijk maken is belangrijk: weten en laten weten waarvoor de gemeente staat, dit richtinggevend laten zijn voor visie en beleid.
• de gemeenschap heeft bestaansrecht vanwege de inhoudelijke bijdrage aan mens en maatschappij, ‘een gemeente die wat te vertellen heeft’. Dit verdient het in stand gehouden te worden.
• alternatieve vormen/structuur van het gemeente-zijn zijn wellicht noodzakelijk. Belangrijker dan de gemeente als ‘instituut’ is de gemeente als ‘beweging’. (Stuart Murray).
DEEL I: VASTSTELLING IDENTITEIT, MISSIE EN DOELGROEPEN ALS BASIS VOOR HET BELEID
Omschrijving identiteit
Wij horen als Doopsgezinde-Remonstrantse gemeente bij twee geloofsgemeenschappen met een duidelijke eigen identiteit.
Voor de Remonstranten is die aangegeven met de Beginselverklaring: Remonstranten zijn “een geloofsgemeenschap, die geworteld in het evangelie van Jezus Christus en getrouw aan haar beginsel van vrijheid en verdraagzaamheid, God wil eren en dienen” (tekst 1).
Doopsgezinden gebruiken graag de zogeheten fundament-tekst uit de bijbel (1 Cor. 3,11): “Een ander fundament dan dat er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen” (tekst 2).
Bij beide teksten sluiten wij aan als gemeente. Ze combinerend, kunnen we stellen dat onze identiteit is:
• een christelijke geloofsgemeenschap: waar het bij ons om gaat is het evangelie (tekst 1) en daarin specifiek de persoon Jezus Christus (tekst 2). Mensen die vragen wat wij nastreven, kunnen we zeggen: “God eren en dienen”.
• een vrijzinnige geloofsgemeenschap: een geloofgemeenschap met zo groot mogelijke ruimte voor ieders eigen geloofsbeleving. Vrijheid en verdraagzaamheid zijn ook van onze geloofsgemeenschap een wezenlijk kenmerk.
Het vrijzinnige aspect zegt iets over hoe wij omgaan met het evangelie. Als geloofsgemeenschap hebben we een duidelijk uitgangspunt. Onze gemeente eist bijvoorbeeld niet van onze leden dat zij op een bepaalde manier geloven. Daar is optimale ruimte. Wie toetreedt als lid, wordt uitgenodigd een eigen belijdenis te schrijven. Voor Remonstranten is eventueel toetreden op beginselverklaring voldoende. Aan mensen die willen deelnemen zonder belijdend lid te worden, wordt de mogelijkheid geboden 100% te participeren zonder zich aan één van de inhoudelijk uitgangspunten van de geloofsrichtingen te verbinden; zij worden vriend van de gemeente.
Ten aanzien van het christelijke gemeente-zijn, leggen beide tradities van onze samenwerkingsgemeente eigen accenten.
Voor de Remonstranten is hier te verwijzen naar de in 2006 aangenomen landelijke belijdenis. Het is weliswaar een algemeen aanvaarde belijdenis, maar het is vooral een tekst ter inspiratie van het geloof in de gemeentes. In deze belijdenis wordt o.m. benoemd dat wij als geloofsgemeenschap liever leven vanuit verwondering en openheid naar “wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten” dan vanuit geformuleerde zekerheden. Dat krijgt vorm in onze kerkdiensten, en dat proberen we te oefenen in gesprekskringen en meditatieve bijeenkomsten.
Op ethisch gebied hopen wij ook als geloofsgemeenschap een tegenwicht te kunnen bieden aan “onverschilligheid en hebzucht” en in de maatschappij te laten zien wat voor alternatieven er zijn. Op interreligieus gebied beseffen we dat Gods Geest “al wat mensen scheidt te boven gaat” en ook in andere religies mensen bezielt tot “wat heilig is en goed”.
Uit de praktijk van geloofsgemeenschap is verder als Remonstrants accent te noemen: het verlangen om in gesprek te blijven met de wereld buiten de kerk. Er is belangstelling voor het hedendaagse denken en voelen (cultuur, wetenschap, filosofie, algemene spiritualiteit) en een streven om te zoeken naar verbindingslijnen met de christelijke traditie.
Voor de Doopsgezinden betekent de concentratie op “het ene fundament: Jezus Christus” dat er een sterk accent komt te liggen op de praktische vertaling naar het dagelijks leven. De concentratie op de persoon Jezus Christus leidt vanzelf naar zeer concrete waarden. “Je naaste liefhebben als jezelf”, vergeving, bereidheid je leven kritisch onder de loep te nemen, verbondenheid met mensen die lijden, en andere waarden van het koninkrijk van God – dat wel in, maar niet van deze wereld is – laten zich vertalen naar hoe mensen nu kunnen leven. Het is de taak van de gemeente om aan de eigen leden en aan anderen te laten zien hoe je die vertaalslag tot stand brengt. Geloofsbezinning met het oog op de praktijk, maatschappelijke betrokkenheid, inzet voor vrede zijn waarden die de Doopsgezinde traditie bijdraagt aan ons gemeente zijn.
In de doperse geschiedenis heeft het bovenstaande o.m. vorm gekregen in het dopen op het moment dat iemand in staat is om zelf die vertaalslag te maken (de volwassenendoop) en in de rol van de gemeente als “oefenplaats”, voor jezelf, maar ook in de broederlijke/zusterlijke omgang met elkaar. Beide elementen zijn ook voor onze gemeente van belang – al worden er door ons samenwerkingsgemeente-zijn ook kinderen gedoopt.
Gemeenschappelijk voor Remonstranten en Doopsgezinden – want algemeen christelijk – is dat de geloofsgemeenschap er niet alleen is ter wille van zichzelf. Om het bijbels te zeggen: zet je lamp niet onder een emmer (korenmaat), maar op een standaard, het licht schijnt dan tot in de wijde omtrek. Houd wat je voor waardevols ontvangen hebt, niet voor jezelf. Je gelooft dat het van betekenis is voor de wereld – zorg dan ook dat de wereld daarvan kan meegenieten.
Missie
Welke visie hebben wij op onze taak en welke doelen stellen wij onszelf? Met een tegelijk klassiek (missie = zending) en hedendaags (het mission statement van organisaties en bedrijven) woord, noemen we dit de missie van onze gemeente. Onze missie is niet willekeurig gekozen, maar vloeit voort uit onze identiteit.
Onze missie is:
- 1. een plaats zijn waar we verwondering over het bestaan verbinden met het geloof in de God waar de christelijke traditie van getuigt, de bron van ons bestaan; het eren en dienen van deze God in vieringen en in dienst aan de samenleving.
- 2. een plaats zijn waar persoon en leven van Jezus bron van inspiratie en bezinning zijn; bezinning op en navolging van de waarden die Jezus ons geleerd heeft; de toepassing daarvan in het persoonlijk en maatschappelijk leven; uitdragen dat er alternatieven zijn voor onverschilligheid en hebzucht.
- 3. een plaats zijn waar leden en gasten, in vrijheid en verdraagzaamheid, in gesprek met de cultuur in brede zin, onderzoeken wat geloven voor hen betekent; “een geestelijk onderdak bieden voor mensen die willen stilstaan bij vragen naar zingeving en bestaansverheldering”
- 4. gemeente zijn “in de wereld” en “voor de wereld”: zoveel mogelijk mensen kennis laten maken met de drie bovengenoemde zaken, vanuit de overtuiging dat we goed nieuws in handen hebben dat we niet voor onszelf mogen houden en vanuit de hoop dat velen zich zullen laten aanspreken.
De continuïteit van de gemeente / aanwas
Het beleid van onze gemeente heeft de laatste jaren gezorgd voor aanwas. In hoeverre deze aanwas het verlies door overlijden in de komende jaren kan compenseren blijft de vraag. Een langzaam verdwijnen van onze gemeente zou jammer zou zijn want de boodschap van onze gemeente is volgens ons van betekenis zijn voor vele mensen.
Doelgroepen
De gemeente is er voor haar leden. Dat staat voorop. Dat is dus doelgroep nummer 1. De Kerkenraad meent echter dat het van belang is om als gemeente tevens extern gericht bezig te zijn. Aan het slot van de paragraaf Identiteit is gesteld, dat de betekenis die onze gemeente heeft, niet beperkt is of hoort te zijn tot het interne belang, en dat keerde terug in de paragraaf Missie. Er is sprake van een extern belang: van degenen die wij iets te bieden hebben.
Wanneer we spreken over externe doelgroepen, zouden we minder moeten denken vanuit de noodzaak van een instroom om onze gemeente op peil te houden dan vanuit onze missie t.a.v. dat externe belang. Het klinkt onbescheiden om te verkondigen dat wij iets in huis hebben dat voor anderen van betekenis is. Maar het hoort bij ons geloof en onze opdracht en als wij niet geloven in de kracht van onze boodschap dan hebben we ook geen interne kracht.
Het is ook beter voor onszelf om de blikrichting om te draaien. Een krachtige, levendige gemeente die gelooft dat ze wat te vertellen heeft, en dat dus van harte en enthousiast doet, heeft meer uitstraling naar buiten en is aantrekkelijker dan een gemeente die krampachtig poogt leden te werven omdat anders het voortbestaan in gevaar komt. Werven van nieuwe leden, alleen vanuit het motto dat wij als bestaande gemeente het nodig hebben, heeft geen effect. We moeten de nieuwe leden iets te bieden hebben, waar ze zelf behoefte aan hebben.
Zonder meer stemt het tot tevredenheid en vreugde als nieuwelingen zich aangesproken voelen tot ons aanbod. Nu hebben wij geconstateerd dat er geregeld nieuwe leden, vrienden en belangstellenden bijkomen, gewoonlijk in de leeftijdsgroep 50 jaar en ouder. Dat is dus reden tot tevredenheid. Tegelijk echter ook tot ontevredenheid: het blijkt dat we er niet goed in slagen alle leeftijdsgroepen te bereiken met onze boodschap.
Discussie deel.
Bijgaand enige vragen, die gekoppeld zijn aan de teksten, zoals ze 5 jaar geleden zijn neergezet.
Ons doel is:
- 1. gemeenschap te zijn “in de wereld” en “voor de wereld”: met de overtuiging dat we goed nieuws in handen hebben dat we niet voor onszelf mogen houden en vanuit de hoop dat velen zich zullen laten aanspreken
- 2. een plaats zijn waar we verwondering over het bestaan verbinden met het geloof in de God waar de christelijke traditie van getuigt, de bron van ons bestaan; het eren en dienen van deze God in liturgie en dienst aan de samenleving.
- 3. een plaats zijn waar persoon en leven van Jezus bron van inspiratie en bezinning zijn; bezinning op en navolging van de waarden die Jezus ons geleerd heeft; de toepassing daarvan in het persoonlijk en maatschappelijk leven; uitdragen dat er alternatieven zijn voor onverschilligheid en hebzucht.
- 4. een plaats zijn waar leden en gasten, in vrijheid en verdraagzaamheid, in gesprek met de cultuur in brede zin, onderzoeken wat geloven voor hen betekent; “een geestelijk onderdak bieden voor mensen die willen stilstaan bij vragen naar zingeving en bestaansverheldering”
.
Vragen, die we aan de samenkomavond stellen, als input voor het beleidsplan.
Wat hebben we gerealiseerd van onze Missie doelen?
Wat is de reden dat iets niet gerealiseerd is?
Moet het weer opgenomen worden?
1. Is de groep 30 – 50 jarigen zichtbaar als doelgroep? Is ons programma er op aangesloten?
2. Hebben wij een duidelijk accent aangebracht in ons programma? Denk hierbij aan de lezingen etc.
3. De Enquête is gehouden. Gaf geen duidelijk beeld.
4. We benadrukken het doopsgezinde en remonstrantse karakter meer.. Is dit gelukt?
5. Spiritualiteit is aangegeven als een van de pijlers van de gemeente.
6. Meer opvallende en wervende lay-out van de publiciteit.
7. Bevorderen van een actieve houding van de gemeenteleden om hun omgeving te betrekken.
8. Er zou 20% van de middelen ingezet worden voor nieuw beleid. Dit is de laatste jaren niet gerealiseerd. Moeten we dit weer nastreven? We hebben toen de aanstelling van de predikant verhoogd tot 75%. Dienen we dit voort te zetten?
Teksten van het oude plan.
Zonder dit echt hard te kunnen maken, veronderstellen wij dat dit te maken kan hebben met het feit dat het accent in onze gemeente lijkt te leggen bij punt 3 uit het mission statement. Wij profileren ons sterk als open ontmoetingsplek, als gemeente met veel ruimte, met veel aandacht voor verdieping in brede zin, in vrijheid en verdraagzaamheid. Het zou kunnen dat dit speciaal voor de leeftijdsgroep 50 jaar en ouder een aantrekkelijk aanbod is – en dat andere leeftijdsgroepen andere behoeften hebben. Verwijzend naar het werk van het werk van godsdienstsociologen als bijv. Stuart Murray en hier te lande Henk de Roest, is te overwegen dat de aanpalende leeftijdsgroep, die we vaststelden op 35 tot 50 jaar, meer zou hebben aan punt 2 uit het mission statement, nl. de toegepaste/in het dagelijks leven toe te passen christelijke spiritualiteit.
Het verdient dus overweging ter wille van deze doelgroep dit punt 2 een meer centrale plaats in ons beleid te geven. De Kerkenraad meent dat het de moeite waard is de leeftijdsgroep 35 tot 50 jaar als speciale – nieuwe - doelgroep aan te merken.
Beleidsvoornemens gericht op het realiseren van de beschreven missie, van het interesseren van een nieuwe doelgroep en het blijven aanspreken van de andere doelgroepen
- 1. Alle activiteiten die de gemeente onderneemt, bezien in het licht van de hierboven beschreven accentverschuiving richting punt 2 van het mission statement, de toegepaste/in het dagelijks leven toe te passen christelijke spiritualiteit.
- 2. Daarbij tevens de stijl en de behoeften en wensen van de specifieke leeftijds-doelgroep, de 35 tot 50 jarigen, in het oog houden en de desbetreffende activiteiten daarop aanpassen
- 3. Daartoe op korte termijn het gesprek aangaan met de 35 tot 50 jarigen in de gemeente. Een gespreksavond of enquète kan meer duidelijkheid scheppen over gewenste veranderingen in het aanbod van de gemeente
- 4. Op basis daarvan kunnen de predikanten, in samenspraak met de Kerkenraad, nieuwe activiteiten worden ontwikkeld of lopende activiteiten worden aangepast.
- 5. Een eerste experimentele uitwerking van de accentverschuiving is terug te vinden in de opzet van het lezingenprogramma. Bij de keuze van het jaaronderwerp en van de deelonderwerpen is door programma-commissie en Kerkenraad de nieuwe doelgroep (mede) voor ogen gehouden, en de aanpak van de avonden draagt een ander karakter dan voorheen. Er is niet langer sprake van ‘lezingen’ en de bijbehorende stijl, de ‘Foreestenhuis-avonden’ en ‘-middagen’ zijn behalve door kwalitatief hoogstaande inbreng van deskundige inleiders ook gekenmerkt door een hogere mate van interactiviteit en mede gericht op ontmoeting en discussie.
- 6. In de wijzen waarop de gemeente zich presenteert, wordt sterker de nadruk gelegd op de Doopsgezinde en Remonstrantse erfenis en identiteit van de gemeente. Er komt een nieuwe folder. De Kerkenraad stimuleert deelname aan landelijke Doopsgezinde en Remonstrantse activiteiten
- 7. In overeenstemming met de identiteit van de beide geloofsgemeenschappen – en het streven “een plaats te zijn waar persoon en leven van Jezus bron van inspiratie en bezinning zijn” – worden bestaande activiteiten waarin specifiek christelijke spiritualiteit het uitgangspunt is, gestimuleerd en/of verder ontwikkeld. Denk aan de Agapè-viering en aan het Waken in de Paasnacht.
- 8. Het bereiken van anderen dan degenen die de gemeente reeds bereikt heeft, vereist een goede PR. Geconstateerd is dat de PR-commissie uitstekend werk levert, maar dat het nuttig kan zijn een meer opvallende en wervende lay out van jaarboekje, affiches e.d. te ontwikkelen. Een extra investering in dezen is wenselijk.
- 9. Niet minder echter vereist het bereiken van anderen iets van ons – de leden – zelf: dat we, zoals gezegd , een “krachtige, levendige gemeente zijn die gelooft dat ze wat te vertellen heeft, en dat dus van harte en enthousiast doet”. Zonder dat we op de ouderwetse wijze aan ‘evangeliseren’ willen gaan doen, wil de Kerkenraad een actieve houding van gemeenteleden bevorderen, niet alleen bij activiteiten van de gemeente, maar ook in ieders eigen omgeving.
- 10. De Kerkenraad stelt voor als richtlijn te hanteren: 20% van middelen en inzet reserveren voor nieuw beleid.
- 11. De beleidsmatige gedachtevorming van het afgelopen jaar, waarvan deze notitie de neerslag is, is gevoed door conferenties o.l.v. Stuart Murray (‘the Anabaptist Network’), georganiseerd door de NHDS voor de Noordhollandse predikanten. Binnenkort neemt de Kerkenraad deel aan een studiedag verzorgd door deze predikanten, ter bevordering van verdere bezinning. Andere gemeentes zijn in een zelfde proces bezig, wij streven ernaar elkaar als Noordhollandse gemeente te stimuleren en van elkaar te leren.
DEEL II: BELEID IN DE GEMEENTE, PER DEELACTIVITEIT
Gemeente, sociale samenhang, kringen en predikant
Er is tevredenheid over hoe de gemeente momenteel draait. Er bestaan drie commissies: diensten, programma, en beheer. Zonder commissie beheer zou de gemeente financieel niet kunnen draaien in het huidig gebouw.
De kringen voorzien duidelijk in een behoefte. De aanwezigheid van de predikant bij diverse kringen is bediscussieerd: bij de bijbel-, leeskring en film-gesprekskring is een duidelijke meerwaarde. Voor de overige kringen is de predikant ‘op afroep’ beschikbaar.
Hierbij is verder aangetekend dat het aantal kringen niet te groot moet worden (thans 7 à 8) en dat de eredienst een centrale plaats behoudt omdat anders fragmentatie dreigt.
Predikanten
Er was ook behoefte om de hoofdtaken van de predikant vast te stellen en we zijn op het volgende gekomen:
• geloofsbegeleiding
• zielzorg, pastorale zorg
• inbreng van kennis en christelijke morele kennis,
• leraar, toegepaste theologie
• bijdrage in de kerkenraad
• mede aansturen en delegeren.
Het pastoraat/contactledennetwerk; aandacht voor de leden
Predikanten verzorgen het pastoraat en er is een contactledenwerk. Dit functioneert goed. Predikanten geven training aan de pastoraatgroep en er wordt gebruik gemaakt van landelijke scholingsmogelijkheden.
Nieuw beleid:
• Nieuwe leden moeten zich optimaal welkom voelen en desgewenst geholpen worden thuis te raken in de gemeente. Voorstel: nieuwe leden krijgen een ‘buddy’. Dit kan het toegewezen contactlid zijn, maar ook iemand anders.
• Het groothuisbezoek is bevorderlijk voor goed onderling contact en krijgt opnieuw aandacht.
Zodra nieuw beleid aan het pastoraat raakt zal de werkgroep betrokken worden.
De Kerkdiensten
Aan de diensten wordt grote waarde gehecht als viering, verdieping en centrale ontmoetingsplaats. Ze blijven eens per twee weken (1e en 3e zondag) plaatsvinden met op de achtergrond de Commissie Diensten. Het mogelijk maken van deelname en betrokkenheid van zoveel mogelijk vrienden en leden is dus belangrijk.
Nieuw beleid (deels al in werking gezet)
• Kinderen aan het begin van elke kerkdienst aanwezig
• Eens per seizoen een kerkdienst (in Westerhaven) die ook toegankelijk is voor onze (hoog)bejaarde leden, die niet gemakkelijk meer het kerkgebouw kunnen bezoeken.
• Er is gesproken over de mogelijkheid ook op de 2e of 4e zondag een kerkdienst te houden, maar deze mogelijkheid is verworpen. Wel vindt de Kerkenraad het nastrevenswaardig als er vaker op zondag een activiteit is (d.w.z. ook 2e en 4e zondagen), de zondag is immers de bezinningsdag bij uitstek.
• Er is ruimte voor het ontwikkelen van nieuwe activiteiten, bijvoorbeeld bezinningsbijeenkomsten met inbreng van gemeenteleden. Zie verder Bijlage I.
De invulling van de vijfde zondagen door de kringen wordt gecontinueerd, zolang deze kringen daarvoor voelen.
Diaconie, plaats in de maatschappij/wereld
De diaconie doet veel achter de schermen en dat houden we ook zo.
Nieuw beleid:
De vraag is opgeworpen hoe we nog meer invulling zouden kunnen geven aan ons ‘gemeente-in-de-wereld-zijn’ (zie Missie, punt 4). Om hierover met elkaar van gedachten te kunnen wisselen is een gemeentedag gepland.
Enkele aandachtspunten zijn reeds:
• de collectes: uitgebreider vertellen over de collectes en terugberichten over de projecten waarvoor gecollecteerd is.
• in kerkdiensten aandacht geven aan wereldzaken zoals Amnesty, wereld-aidsdag etc.
• (indien mogelijk) in kerkdiensten en kringen ‘delen’ (laten zien) wat je doet (persoonlijk, als gemeente)
• beleid voor minder draagkrachtige leden. Afspraak inmiddels is dat de predikant zo nodig contact zoekt met de penningmeester en dat pastoraatsleden signaleren.
Meditatie, stilte, bezinning
De Kerkenraad acht activiteiten op dit gebied een waardevol en bij onze identiteit en missie passend aanbod. Deze willen we graag stimuleren en breder bekend maken.
Nu lopende activiteiten zijn: de meditatiegroep en de Paasnachtviering.
Nieuw beleid:
• Bestaande activiteiten breder bekend maken
• Verdere activiteiten kunnen bedacht/ontwikkeld worden:
Kinder- en jeugdwerk
Er zijn weinig ouders met kinderen. Dit heeft te maken met ondervertegenwoordiging van de 25-50 categorie.
Het is echter van belang dat de ouders met jonge kinderen zich optimaal welkom weten. Daartoe heeft de Kerkenraad reeds de standaardmogelijkheid van kinderopvang tijdens kerkdiensten ingesteld. Tevens is ingevoerd dat kinderen bij het begin van de dienst nu structureel aanwezig zijn en na een kort gesprekje over hun onderwerp, met een vast ritueel worden uitgezwaaid.
De Kerkenraad beschouwt het aanbod van de kinderkerk met een programma voor kinderen in verschillende leeftijden als belangrijk in de verwezenlijking van de doelstelling ook jongere doelgroepen aan te spreken – namelijk de ouders van die jonge kinderen.
Jeugdwerk 12+ vindt op dit moment niet plaats, maar kan bij voldoende belangstelling geïnitieerd worden.
Programma
Er is een aantal vaste onderdelen (naast de kerkdiensten op de 1e/3e/5e zondagen) aan gemeente-avonden, kringen en lezingen, voorbereid door de programma-commissie.
Nieuw beleid:
• Zie de beleidsvoornemens van DEEL I
• Aantekening: van belang is dat het jaarprogramma niet te vol wordt omdat anders de leden en de predikanten overvraagd worden en er uiteindelijk te weinig tijd is voor elkaar. De programma’s van de laatste jaren grenzen aan ‘te vol’. Vgl. ook de opmerking in de inleiding van DEEL II.
Bijlage I:
Ideeën/factoren inhoudelijk van belang voor het bereiken van een nieuwe doelgroep (35-50 jaar)
-actueel
-geloofsbezinning, maar dan op een andere manier
-aansluiten bij beleving, levensfase, het kunnen/
willen/leren van verantwoordelijkheden
-verdieping, kijk op de wereld/je naasten
-meer inhoud aan je leven willen geven/dienstbaar
maken
-“goed en kwaad” blijft een actueel thema
-inspirerende verhalen en mensen
-programma, PR moet nog uitgedacht worden; factoren ]van belang:
-gebruik cultuurladder
-werven op open kerk-, en tuindagen
-digitale nieuwsbrief voor jonge ouders
-attentie voor nieuwe leden
-meer profileren:
-meer laten zien wat je doet, meer informatie
over ons aanbod naar buiten brengen
-meer aandacht/betrokkenheid bij lokale en
landelijke zaken
-meer aandacht voor wat we kunnen doen.
-nieuwe vormen op andere plaatsen
uitproberen: van kerkplanting tot het
stimuleren van kleinschaliger lokale
initiatieven (Stuart Murray)
-kortdurende activiteit (te overzien in tijdsbesteding)
-kwalitatief van goed niveau
-gevarieerd
-niet te intensief
-Ideeën voor programmapunten:
• structureel een extra activiteit op de 2e of 4e zondag, vanaf 11.30 u. Dit zou kunnen zijn:
• een soort discussiecafé met themabesprekingen, lezingen, film, muziek; verbinden van cultuur, religie aan maatschappij en persoonlijke levensinvulling.
• De nu geprogrammeerde lezingen door de week zouden ook op deze zondag gehouden kunnen worden.
• het houden van bijzondere diensten: zang, oecumenisch, leerhuis-achtig, jeugd/jongeren,
• specifieke cursussen of bijeenkomsten zoals:
• cursus algemene bijbeluitleg, oriëntatie op (christelijk) geloven, of “hoofdpunten van het christelijk geloof”
• iconografie
• liturgische maaltijden met themabespreking
• bezinning, meditatie, waken in de Paasnacht
• wat zegt de bijbel over onderwerpen als: werk, school, gezin, maatschappij, welbevinden, cultuur, zingeving, vriendschap, morele zaken etc.
• iets voor alleengaanden of eenzamen
• (winter/zomernacht)maaltijden
• zomerkamp voor jongeren
• “doe-gemeente-avonden”